OMSCHRIJVING
3B IFC Property Set manager is een tool waarme user defined property sets (tekstbestanden) gemaakt kunnen worden. Deze bestanden zijn te gebruiken wanneer vanuit Revit een IFC export gedaan worden en men bepaalde parameters (eigenschappen) mee wil laten exporteren.
WERKWIJZE
- Start de tool
- Aan de linkerzijde zijn de namen op te geven voor de tabbladen (groepen) zoals deze in bijv. NavisWorks getoond gaan worden.
- Geef bij Naam de naam van de groep/tabblad op, in dit geval ‘ICN_Hoeveelheden’.
- Geef aan of het een instance of Type parameter betreft I of T.
- Kies een IfcClass (1) waar deze groep betrekking op heeft (Dit mogen meerdere IFCClasses zijn). Selecteer in de dropdownlijst een IFCClass en druk op het plusknopje. Op deze wijze kunnen er meerdere groepen aangemaakt worden.
- Wanneer dit gedaan is, kan per groep opgegeven worden welke eigenschappen ge-exporteerd dienen te worden naar IFC (2). De IFCParameter is de weergave naam van de parameter in het IFC bestand. Kies een bijbehorende DataType en geef de Revit parameter op (deze wordt dus uitgelezen).
- Wanneer u klaar bent kan middels de OK knop deze instelling als .txt bestand opgeslagen worden (In de IFC exporter van Revit is dit de user defined property set)
Na afloop is het ook mogelijk om met deze tool een reeds gemaakt bestand te openen en te bewerken. - Zorg dat u een 3D view geopend hebt in Revit van waaruit de IFC export gedaan moet worden.
- Kies in het File menu voor de Export naar IFC.
- Kies Modify Setup en ga naar het tabje ‘Propery Sets‘.
- Zoek het zojuist gemaakte .txt bestand op bij ‘Export user defined propery set‘.
- Exporteer naar IFC.
- Open het IFC bestand in NavisWorks
- Wanneer u nu een element selecteert, in dit geval een wand of raam, ziet u in de properties de ge-exporteerde eigenschappen. Wanneer er geen eigenschappen voor custom families (zoals ramen) getoond worden zet de Selection dan op Selection Resolution:First Object in het Select&Search dropdown menu.