Het palenplan is aanzienlijk verbeterd.
- Paalsymbolen worden genest IN de paal, waardoor ze meeschalen met de paaldiameter
- Er kan een tolerantie worden opgegeven waarbinnen palen beschouwd moeten worden als liggend in één lijn
- Er kan een prefix voor het paalnummer gegeven worden
- Er kan vanaf ieder getal genummerd worden
- De lokatie van de boven- en onderzijde van de paal wordt opgeslagen in shared parameters in de paal
De nieuwe palen die met 2012.3 worden meegeleverd, zijn hier al voor uitgerust.
- Welke handelingen zijn nodig om eigen symbolen te kunnen gebruiken?
De gebruikte symbolen zijn Detail Components. In 3B staan deze in \\3B – Bibliotheek 201.\04_detailonderdelen\17_paalfunderingen.
Voor ronde palen moet het paalsymbool voorzien zijn van de Type parameter radius (group Dimensions).
Vierkante symbolen moeten voorzien zijn van de Type parameter breedte (group Dimensions)
Laad vervolgens de benodigde symbolen in het project. - Welke handelingen zijn nodig om eigen palen te kunnen gebruiken?
De palen mogen structural columns of structural foundations zijn, als de naam maar begint met 17_, in geval van de 3B palen 17_3B_paal – vierkant.rfa en 17_3B_paal – rond.rfaLaad in de paal één symbool. Lock deze midden op de paal in de plattegrond. Koppel de parameter radius (of breedte) door naar de radius of breedte van de paal.
Maak een Type parameter aan, symbool, Family type: Detail Items, group Graphics.
Ga naar de eigenschappen van het symbool en zet label op symbool.
- Lokatie van de paal
Om de lokatie van de paal te bepalen moeten er diverse handelingen gedaan worden.
Laad de family 00_3B_coordinatiepunt.rfa in de paal en plaats deze op de gewenste plek (denk aan de slotjes). Koppel vervolgens de gewenste parameters door, bijv. locatie_z_onder , aan de shared parameters in de group Analysis Results.
Per paal zijn er maar twee coordinatiepunten mogelijk, voor onder en boven (overeenkomstig de shared parameters).